Deze mooie dame draagt een kapothoedje. Het woord kapotje, of kapot komt van het Franse woord voor hoed: chapeau. Het woord stamt nog uit de Franse tijd.In de klederdrachtwereld heet zo'n hoed die over een kanten muts wordt gedragen, dan ook een 'kapothoed' of kapot. De kapothoed wordt vooral gedragen in de Noordelijke provincies Friesland en Drente.
Deze pop is getooid is in zomerse Friese dracht. Een vrolijke bloemetjes jurk. Een overschort en die fantastische muts met hoed. Daarbij de chatelaine met breinaaldenhouders en natuurlijk haar beurstasje.
Onder haar rok draagt de pop een plastic hoepel. Daarmee kan zij goed staan en valt tegelijkertijd haar rok prachtig wijd uit.
Incl. hoed is zij 30 cm groot.